Gids: Verbeter je hockeykeeper-techniek in 6 stappen

OpslaanOpgeslagenVerwijderd 0
Aanbiedingen score0
Aanbiedingen score0

Stap voor stap beter: jouw keeperstechniek

Je verbetert je keepersspel in zes praktische stappen. Elke stap geeft duidelijke oefeningen, tips en aandachtspunten die je direct op het veld kunt toepassen. Volg ze consequent, werk gericht en word een VEILIGER en sneller keeper met zelfvertrouwen en focus.

Benodigdheden

Je keeperuitrusting
Je stick
Ballen
Partner of coach voor passen
Basisconditie
20–40 minuten per training
Open houding en bereidheid om te oefenen

1

Basispositie: sta solide en klaar

Kleine houding, groot verschil — wil je meer reddingen maken zonder te struikelen?

Begin met je voeten op schouderbreedte, knieën licht gebogen en gewicht licht naar voren op de bal van je voeten. Houd je stick naar beneden, handschoenen klaar op kniehoogte. Je ogen volgen de bal, niet de speler.

Voer deze checks uit:

Voeten: schouderbreedte, klaar om te stappen.
Knieën: licht gebogen, geen stijve benen.
Gewicht: licht naar voren op de bal van je voeten.
Armen & stick: stick laag, handschoenen op kniehoogte.
Oogfocus: volg de bal, kijk niet alleen naar de schoper.

Oefen zonder bal: ga in de positie staan en houd 30–60 seconden vast. Oefen met bal: laat een teamgenoot zachte passen geven; beweeg één stap naar de bal en stop hem. Herhaal dit tot het natuurlijk voelt.

Probeer een korte scène: stel je een speler voor die naar je toe sprint — houd je basispositie en stap naar de bal in plaats van te duiken. Herhaal 5 minuten per training zodat je spieren de positie onthouden.


2

Voetsnelheid: beweeg eerst, pak later

Snel voetenwerk is je echte reddingsmotor — sneller voetenwerk = minder schoten op doel.

Werk aan korte, snelle stappen in plaats van grote sprongen. Begin elke oefening vanuit je basispositie en blijf licht op de bal van je voeten. Beweeg altijd eerst, pak de bal daarna.

Voer deze oefeningen uit:

Zijwaartse shuffles: shuffle 5–10 meter naar links en terug, focus op korte passen.
Korte sprintjes: reageer op een signaal en sprint 3–5 meter, stop snel en vang de bal.
Terug naar basis: laat een teamgenoot je naar een hoek trekken; terug naar je startpositie in maximaal 2 stappen.
Ladder of stokjes: leg een ladder of stokjes en maak snelle voetencombinaties voor ritme en coördinatie.

Probeer een realistisch voorbeeld: een speler dribbelt naar de cirkel — shuffle eerst naar de balzijde, stel je lichaam tussen bal en doel en maak de pakbeweging.

Combineer 3 sets van 30 seconden snelle bewegingen met 30 seconden rust. Train dit twee keer per week en neem het mee in warms-ups voor wedstrijden.


3

Hand- en sticktechniek: beheers je instrument

Je stick is geen accessoire — het is jouw verlengstuk. Gebruik het slim!

Leer de juiste grip en waar je de stick houdt bij verschillende reddingen. Houd je bovenhand stevig maar relaxed. Plaats je onderhand lager voor lage ballen en hoger voor reach- of hefbewegingen.

Oefen blokken met beide handen en gebruik de korte corner–houding bij snelle, vlakke schoten. Oefen met een partner: laat die op je schieten en blok met stick of body. Wissel af tussen lage ballen, schuine hoeken en hoge schoten.

Voer deze oefeningen uit:

Houd je polsen ontspannen: maak korte, gerichte bewegingen.
Gebruik beide handen: blok met links en rechts in aparte sets.
Korte corner-houding: wees laag, voeten breed en stick klaar.

Wissel per serie van schotsoort. Herhaal specifieke patronen tot ze automatisch gaan. Stel je voor: een speler schiet hard op de korte hoek — reageer met een snelle stickblok, rol de bal weg en pak de rebound. Let op ontspanning; ontspannen polsen geven sneller en preciezer werk.


4

Lage ballen en sliding: durf op de grond

Slide als een pro — niet alleen spectaculair, maar vaak cruciaal voor de redding.

Leer gecontroleerd op je knieën of zijkant te werken om lage ballen te stoppen. Begin met zachte slides op gras en oefen je valtechniek: glijd met gestrekte heupen, rol licht en bescherm je schouders.

Bescherm jezelf goed en draag kneepads en heupbescherming. Focus op timing: glijd pas als de bal al komt, niet te vroeg. Reageer op het ritme van de pass en hou je ogen op de bal.

Oefen deze drill met een partner:

Laat je partner lage, snelle passes geven.
Glijd één keer naar de bal, pak hem en veer direct terug naar je basispositie.
Bouw het tempo langzaam op: eerst 50% snelheid, dan 75%, dan wedstrijdtempo.

Gebruik concrete voorbeelden: stel je voor dat een aanvaller de bal langs de keeper wil tikken — glijd op het moment dat de stick de bal raakt en sluit de hoek met je body. Let altijd op veilige valtechniek en herstel snel naar je ready-positie.


5

Reboundcontrole: voorkom tweede kansen

Een goede keeper maakt niet alleen de redding — hij maakt ook het probleem weg.

Werk aan het sturen van rebounds richting de zijlijn of weg van gevaarlijke posities. Duw bewust met je stick of body zodat de bal niet terug stuit naar het doelgebied.

Oefen met gerichte blokkeringen: zet je stickvlak en handschoen zo dat de bal naar buiten glijdt. Gebruik eerst zachte ballen zodat je het gevoel ontwikkelt, bouw daarna op naar harder schieten.

Gebruik deze tips in de training:

Richt rebounds naar de zijlijn of achter het bord.
Begin met zachte ballen en verhoog geleidelijk de snelheid.
Bespreek met je verdediging waar ze de bal moeten vragen na jouw redding.

Oefen een situatie: laat een teamgenoot van dichtbij schieten, blok met binnenkant stick en duw de bal naar de zijkant. Bespreek na elke herhaling wie de bal oppakt en welke pass jullie willen. Reageer als team: jij stuurt, zij ruimen op.


6

Mentale voorbereiding en wedstrijdritme

Zelfvertrouwen wint matchen — hoe houd jij je hoofd koel onder druk?

Werk aan vaste routines voor wedstrijddruk: een ademhalingsoefening, een korte visualisatie van reddingen en een vaste warming-up.
Adem bewust: probeer 4 tellen in, 4 tellen uit. Gebruik dit net voor een corner of bij wissel.

Visualiseer korte scènes: zie de bal, zie je beweging, zie de redding. Doe dit 30–60 seconden.
Houd wedstrijdritme door spelhervattingen en korte simulaties in de training. Oefen corners, korte breaks en snelle herstarts alsof het een wedstrijd is.

Analyseer je fouten kort na de training. Kies één verbeterpunt per training en werk daar aan. Blijf niet te lang hangen op fouten; noteer het en ga door.

Praat met je coach en verdedigers over tactiek en signalen. Maak duidelijke afspraken: wie de bal opruimt na een rebound, wanneer je uitspeelt of vasthoudt.

Voorbeeld: vóór de laatste corner adem je drie keer rustig, visualiseer je een duik richting hoek en geef je kort een signaal aan je verdediger. Deze rust en focus verminderen vergissingen in cruciale momenten.


Kort samengevat

Oefen deze zes stappen regelmatig, houd het simpel en meet je vooruitgang. Kleine veranderingen in houding, voetenwerk en mentaliteit maken je een sterkere keeper. Probeer het uit, deel je resultaten met teamgenoten en ga vol vertrouwen vandaag het veld op.

9 Opmerkingen
Toon alles Handigst Hoogste Beoordeling Laagste Beoordeling Uw recensie toevoegen
  1. Super handige samenvatting onderaan!
    Ik train vaak alleen omdat ik geen keepervrienden in de buurt heb, dus vraag me af:
    – welke van de 6 stappen kan je het beste solo doen?
    – heeft iemand een simpel schema (bijv 30 min) dat ik 2 x per week kan volgen?

    Sorry voor de typos, ik typ snel 😂

    • Als je solo traint: neem een kleine rebounder of gebruik de muur. Scheelt enorm en je hebt meteen variatie in reboundkracht.

    • Je kunt bijna alle stappen solo goed oefenen: basispositie (mirror work), voetsnelheid (ladder/sprints), hand- en sticktechniek (gooien tegen muur of rebounder), reboundcontrole (met rebounder of muur), lage ballen (rol van net of zachte ballen), en mentale voorbereiding (visualisatie, routine). Voor 30 min, probeer: 10 min warming-up + voetsnelheid, 10 min stick- en vangoefeningen, 10 min lage ballen/rebound drills. Doe dit 2x per week en voeg 1 teamtraining toe.

  2. Ik blijf moeite houden met lage ballen en slides. Het artikel zegt: durf op de grond. Ja leuk, maar hoe bereid je je mentaal voor om die stap echt te maken? Ik heb altijd de gedachte: oei schaafwond/kapotte kleding/ik zie eruit als een slak 😂
    Is mentale voorbereiding écht zo belangrijk of is dat meer voor profs?

    • Visualisatie hielp mij echt: 5 minuten per training beeld ik me in hoe ik rustig en gecontroleerd een lage bal pak. Werkt beter dan alleen klooien.

  3. Interessant artikel over de hand- en sticktechniek.
    Vraag: is het slim om met een iets zwaardere stick te oefenen om meer controle te krijgen, of juist lichter voor snelheid?
    Daarnaast: werken tennisballen of zachte ballen goed bij het aanleren van handcontrole, of geeft dat een verkeerd gevoel?

    • Ik begon met foam ballen voor close-in controles, scheelde veel pijn en gaf vertrouwen.

    • Goede vragen. Kies een stick die niet te zwaar voelt zodat je snelheid verliest, maar ook niet te licht zodat je geen stabiliteit hebt. Voor techniektraining kun je gerust met lichtere ballen starten (tennisballen) om gevoel te ontwikkelen, en daarna overstappen naar de echte bal voor explosiviteit en impact.

  4. Haha, reboundcontrole heeft mijn team al een paar keer gered. Zonder goeie reboundcontrole ben je gewoon een paal met kleding aan 😂
    Kort en krachtig: die oefeningen met korte stops en direct afvangen werken echt.

Laat een reactie achter

HockeyOranje
Logo
Vergelijk items
  • Totaal (0)
Vergelijken